Wie bent u en wat is uw persoonlijke achtergrond en ervaring binnen de architectuur en gebiedsontwikkeling?
‘Ik ben Peter Veenstra, partner van Lola Landschapsarchitecten, een bureau voor landschapsarchitectuur in Rotterdam. Ik heb ervaring met (her)ontwerp in binnen- en buitenland. Zo was ik adviseur ruimtelijke kwaliteit in de regio Groningen/Assen, waarin ik mij voornamelijk focuste op stedelijke ontwikkeling, infrastructuur, bouwen en een gezonde leefomgeving. Op die manier heb ik veel kennis en ervaring opgebouwd in zowel stad als regio.’
Kunt u kort toelichten wat de ontwerpmanifestatie Act & Adapt precies inhoudt?
‘De manifestatie gaat over de vraag hoe we onze omgeving het best kunnen aanpassen aan het veranderende klimaat. Er zijn negen bureaus uitgenodigd om aan verschillende opgaves in dit gebied te werken. Hun plannen zullen worden samengebracht in één strategisch plan voor de regio. Groningen heeft een lange traditie met het organiseren van ontwerpmanifestaties. Die gingen vaak over architectuur, nu over de openbare ruimte en landschap. Dat is nieuw en uitdagend.
De klimaatadaptatieweek is een kans voor Groningen. Het biedt een internationaal podium om onze ideeën en resultaten te delen met leiders en vertegenwoordigers van over de hele wereld. We doen dit middels een expositie en een publicatie. Wereldleiders praten vaak over grote abstracte ambities. Wij denken dat we met slimme ontwerpen en verleidende beelden ook echt van die grote ambities kleine stukjes kunnen gaan realiseren en daarmee zichtbaar maken.’
Wat wordt er van u verwacht in uw rol als curator binnen de ontwerpmanifestatie?
‘Ik vervul de rol als curator samen met mijn collega Yttje Feddes. We hebben hierbij de verdeling gemaakt dat zij zich op de landelijke locaties focust en ik op de stedelijke. Tot onze taken behoren: de selectie en begeleiding van de ontwerpbureaus (van 1 tot 3 september vond een succesvolle kick-off bijeenkomst plaats) en het samenbrengen van de plannen in één masterplan. Wij zijn daarnaast verantwoordelijk voor de inhoudelijke vormgeving van de expositie, waar naast de ontwerpen ook internationale casestudies worden getoond.
Het buitengebied loopt van het zuiden van de stad Groningen tot het Waddeneiland Schiermonnikoog. Thema’s die hier een belangrijke rol spelen zijn waterbeheer/-opslag, verzilting en de waterveiligheid. Anders dan in de stad waar het vaak werken op de millimeter is, heb je in het landelijk gebied meer speelruimte om grote veranderingen in gang te zetten. Denk hierbij aan het verplaatsen van dijken, het aanleggen van natuurlijke buffers en de transitie van de landbouw.
Stad en regio zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, juist ook in deze ontwerpmanifestatie. De stad is afhankelijk van het buitengebied voor bijvoorbeeld waterberging, recreatie en voedselvoorziening. Andersom is dit niet anders, denk aan de vele stedelijke voorzieningen waar het buitengebied gebruik van maakt. Daarom richten we ons evenveel op de stad als op het landelijk gebied.’
Waarom lenen de geselecteerde negen stedelijke en landelijke locaties in en rond stad en provincie Groningen zich zo goed voor een nieuw duurzaam ontwerp en herinrichting?
‘Klimaatadaptatie speelt overal, je kan elke vierkante meter van Nederland pakken en een opgave formuleren. Wat de regio Groningen bijzonder maakt, is dat er op beperkte afstand veel landschappen zijn onder verschillende condities. Het vormt een goede praktijkcase voor Nederland en later hopelijk ook de rest van de wereld.’
Water is een essentieel onderdeel van klimaatadaptatie, daarom bevinden alle gebieden zich langs een watersysteem. De geselecteerde locaties volgen de stroom van de Hunze en het Reitdiep naar de Waddenzee.
De stad is interessant in de grotere context door problemen als hittestress en wateroverlast. De gekozen locaties, zoals de oude binnenstad, zijn veelal plekken waar veel mensen samenkomen en een grote impact hebben op de leefbaarheid van de stad. In de stedelijke omgeving heb je te maken met verkeersroutes en dichte bebouwing. Oftewel, je hebt minder speelruimte. Dat vraagt om slimme oplossingen die ook in de praktijk werken en die meerwaarde hebben voor de stad. We hebben in het selectieproces van de locaties expliciet gezocht naar plekken waar die kansen liggen en waar de stad in wil gaan investeren.’
Wat hebben de inwoners van de stad en provincie aan de ontwerpmanifestatie?
‘De inzet is het realiseren van ontwerpen die aanzetten tot concrete verbeteringen van het leefklimaat in de stad en regio. We zien het als een belangrijke opgave om de ontwerpen zo uit te werken dat het aansluit bij de behoefte van de inwoners. We betrekken hierbij stakeholders in het ontwerpproces, die deze behoefte vertegenwoordigen. Eigenlijk doen we ‘het voorwerk’. De inzet is dat na deze manifestatie de stad weet wat ze te doen staat, en hopelijk worden onderdelen van de voorstellen dan omgezet in echte projecten. Als dat lukt, zal de stad haar gebruikelijke proces doorlopen, waarin er voor inwoners nog veel ruimte zal zijn om inbreng te leveren.’
Wat hoopt u dat de verdienste van de ontwerpmanifestatie is na afloop van dit year-of-action waarin klimaatadaptatie centraal staat?
‘Het lijkt mij heel mooi dat we op meerdere niveaus invloed kunnen uitoefenen. In de stad en in het landelijk gebied met concrete, maar wellicht ook kleine verbeteringen op bijzondere locaties.
De negen ontwerpen gaan verschillende antwoorden geven op de vraag hoe je het best onze omgeving kunt aanpassen aan het veranderende klimaat. Al die verschillende antwoorden bij elkaar bieden hopelijk inspiratie voor andere ontwerpers en bestuurders, in Groningen, Nederland en daarbuiten. Groningen als inspirator als het gaat om klimaatadaptief ontwerpen!
Klimaatadaptatie betekent voortdurend verder bouwen. Er zijn al veel transformaties geweest en er volgen er ook nog velen. Je moet hierbij niet alleen functioneel denken, maar het dient ook een bepaalde meerwaarde voor de inwoners op te leveren. Het is dus niet alleen een technische opgave, maar nadrukkelijk ook een sociale en maatschappelijke uitdaging.'