Kun je jezelf kort voorstellen?
Mijn naam is Wytze van der Gaast en ik werk bij JIN. JIN is een internationaal onderzoeksbureau gevestigd in Groningen dat zich al 25 jaar bezighoudt met de oorzaken en de gevolgen van klimaatverandering. Mijn functie daarbij is onderzoeker. JIN houdt zich bezig met zowel voorkomen van klimaatverandering als het omgaan met de gevolgen ervan. Beide zijn nodig, want ook al haal je de doelen van Parijs, dan zul je alsnog met klimaatverandering te maken hebben. We moeten ons aanpassen aan een veranderd klimaat. We doen veel onderzoeksprojecten voor de Europese Commissie (EC) en kijken daarbij ook naar de sociale aspecten van klimaatoplossingen.
Ik ben daarnaast betrokken bij de organisatie van het IPCC debat en de ceremonie met Nobelprijswinnaars.
Je bent werkzaam voor onderzoeksinstituut JIN. Wat doet JIN precies?
JIN is een onafhankelijk orgaan maar wel met van oudsher een sterke band met RuG en Hanze. Wij willen een kennisbrug zijn tussen de wetenschap en het beleid. Hoe komt de noodzakelijke kennis nu terecht bij de besluitvormers over klimaatbeleid. Daar zit in de praktijk vaak een grote kloof.
Dit doen we door onderzoeksvragen op te pikken uit de praktijk. Andersom proberen we de uitkomsten uit wetenschappelijk onderzoek te duiden voor beleidsmakers. Regelmatig doen we dit in opdracht van het VN Klimaatbureau in het Duitse Bonn en voor de Europese Commissie. Bijvoorbeeld: wat is verstandig beleid om te burger te betrekken bij klimaatoplossingen? In ons onderzoek richten wij ons hierbij ook expliciet op ontwikkelingslanden.
Kun je in eenvoudige taal uitleggen wat het verschil is tussen klimaatmitigatie en klimaatadaptatie?
Mitigatie is het vóórkomen van klimaatverandering, adaptatie is juist het omgaan met de gevolgen van klimaatverandering. In het Klimaatakkoord van Parijs staat dat we de opwarming willen beperken tot maximaal 1,5 graden Celsius. Tegelijkertijd weten we ook dat als het lukt om dit doel te halen, er nog steeds klimaatverandering zal zijn met alle gevolgen van dien. Omgaan met die gevolgen is klimaatadaptatie. Nu al zie je om je heen de gevolgen van klimaatverandering van amper één graad opwarming en we zitten nu op een traject dat ongeveer twee keer erger is dan waar bij ‘Parijs’ vanuit is gegaan. Dit betekent dat adaptatie in de toekomst nog belangrijker gaat worden.
Waarom moeten we met beide bezig blijven?
Doorpakken op zowel mitigatie als adaptatievlak is een vereiste omdat ze in de praktijk veel met elkaar te maken hebben. Bijvoorbeeld, als een land besluit om fossiele brandstoffen te vervangen door energie uit waterkracht gewonnen in bergrivieren, dan moet je wel rekening met de kans dat door klimaatverandering er in de toekomst minder water door die rivieren stroomt. Ook kunnen beide velden veel aan elkaar hebben qua kennisdeling. Bij JIN hebben we een handboek voor de VN geschreven voor ontwikkelingslanden, ‘hoe maak je een duurzame economie?’. Het blijkt dat zo’n handboek voor mitigatie en adaptatie op veel vlakken gelijk is en dat je veel van elkaar kunt leren.
Voor de Klimaatadaptatieweek Groningen werk jij aan het IPCC debat en de Nobelprijsceremonie. Waarom is het belangrijk om de wetenschap te betrekken bij klimaatadaptatie?
Besluiten over het klimaat worden vaak gemaakt door de politiek. Echter, alles begint bij kennis. Als jij wilt beslissen als politicus hoe hoog een dijk moet worden, heb je daarvoor wel de laatste inzichten nodig over de stijgende zeespiegel. Je moet daarnaast ook weten hoe burgers op veranderingen reageren. We willen tijdens de Klimaatadaptatieweek een Open University on Adaptation neerzetten in Groningen. Dat leiden we in door de beste wetenschappers ter wereld bij elkaar te brengen in een IPCC debat.
Wij willen die mensen graag in Groningen hebben, om te laten zien wat de laatst beschikbare kennis is en de onderzoekagenda op te stellen voor de komende jaren. Die kennis leidt tot scenario’s over wat er kan gebeuren met het klimaat en dat moet vertaald worden in beleid. Het gaat daarbij niet alleen over technische oplossingen, maar ook hoe die economisch haalbaar zijn en welke rol de burger daarin heeft. We willen vooral ook denken in oplossingen op het gebied van gedrag. Hoe krijg je de mensen mee? Dat is uiteindelijk noodzakelijk.
Tot slot, waar kijk jij zelf het meest naar uit tijdens de Klimaatadaptatieweek Groningen?
Ik ben heel benieuwd naar de ceremonie met Nobelprijswinnaars. Dat zijn mensen die vanuit hun eigen expertise niet direct veel met klimaat te maken hebben, maar wel hele interessante inzichten hebben voor het klimaatdebat. Tawakkol Karman (Nobelprijs voor de Vrede 2011) houdt zich, bijvoorbeeld, bezig met migratie, de vluchtelingenproblematiek. Ik kan mij voorstellen dat zij ook haar visie op klimaatadaptatie heeft. Uiteindelijk komen mensen in andere regio’s terecht, omdat hun eigen gebied niet meer (economisch) bewoonbaar is als gevolg van klimaatverandering.
We houden op vrijdag 22 januari om 11 uur een After Talk in het Forum Groningen. Dit is een online uitzending van een uur met lokale prominenten. We vertalen daar wat tijdens het internationale IPCC debat is gezegd naar regionaal niveau.
Ik vind het belangrijk dat we het onderwerp klimaatadaptatie toegankelijk maken voor de burger. Daarom ben ik ook erg benieuwd naar de Ontwerpmanifestatie. Daarin hebben ontwerpers de kans gekregen hoe je slim ontwerpt zonder in te teren op luxe. Ook voor mij is het een geheim gebleven wat daar wordt onthuld en dat maakt nieuwsgierig.